De paling en de dood

Afbeelding door Maria Barnas
18-11-2021

Maria Barnas sprak het gedicht De paling en de dood uit op de bijeenkomst Het grote uitsterven dat literair tijdschrift De Gids en de Akademie van Kunsten zondag 14 november organiseerden.

Tijdens deze bijeenkomst over het uitsterven van soorten stond de lezing van de Duitse schrijfster en 'expert in het uitsterven' Judith Schalansky centraal. Ook H.M. van den Brink, Moya de Feyter, Maarten Inghels, Wytske Versteeg, trekvogelecoloog en KNAW-lid Theunis Piersma en Akademie van Kunstenlid Michael Tedja hielden een voordracht. Daarnaast werden er videowerken van de kunstenaars Charlotte Dumas en Minne Kersten getoond.

Het volledige gedicht van Maria Barnas is als volgt:

De paling en de dood

door Maria Barnas

 

Wat ik niet zei

Wanneer ik de schemer in de gang een plek

zie zoeken om neer te zinken waar niemand

 

op licht of donker wacht laat staan op iemand

en de tijd? de tijd een glimlach is die wel of niet

 

verschijnt op het gezicht van iemand die ik roep

haar dan roep haar naam mis in gedachten

 

verzonken langsglipt en alle mogelijkheden

die aan die ijle figuur ten grondslag liggen

 

glimmen de palingen die in de schemerpoel

wringen op zoek naar een uitgang uit dit huis

 

een leven de dood de mond die begint te praten

tegen een gerookte paling in de schappen

 

van de flakkerende supermarkt de adem

het plastic bewasemend een lome mannenstem
 

uit de intercom die mij dubbel laat betalen

omdat ik naast een streep parkeerde

 

en mijn woede die niet door de speaker past

om de man te laf lafbek om tevoorschijn te komen

 

de open mond van Margaret Thatcher

in een flits haar profiel scherp afgetekend

 

in een mondkapje in de berm van de snelweg

gesmeten afgedankt happend de paling

 

die de zee niet kan bereiken de dood

het dichtdoen van een deur om stemmen

 

kinderen? in de tuin te sluiten ben ik die schemer

die zinkt en wringt en nooit een rustplaats vindt.

 

(En de paling die in een put werd gegooid

groeide geen millimeter. Ze veroudert niet
 

weigert of kan zonder beweging niet deelnemen

aan wat wij het verstrijken noemen van de tijd.
 

Alleen haar ogen bollen in de loop der jaren op

tot schalen waarin ik mezelf zie opgediend.)

 

Wat de mond zoal tegen de gerookte paling zei

Mag ik even mijn voorhoofd aan je afvegen? Wat lig je

daar sereen. Kunnen we wel van de paling spreken

 

wanneer we weten dat jouw leven een voortdurende

metamorfose is? Een doorzichtig blaadje in aanvang

 

dat dobbert in de Atlantische Oceaan. Was je een eitje?

Een zaadje? Niemand zag je ooit ontstaan.

 

De diepten van het wier in de Sargassozee

zijn nooit door mensenogen waargenomen. Een gat

 

in ons weten dat een beschermd kennisgebied

zou moeten zijn. Of moeten we soms alles opensnijden?

 

Freud ontleedde duizenden mannelijke palingen

tevergeefs op zoek naar voortplantingsorganen. Wat

 

zijn frustratie veroorzaakte laat zich raden

of is dat gemakkelijk praten noem het maar makkelijk.

 

Jaren houd je je in de modder op totdat je begint

te verlangen naar je oorsprong of afgaat op het dichte

 

zout van de zee waar je oorsprong moet liggen.

Je kan een druppel angst in het IJsselmeer ruiken

 

dus waarom geen zouter zoutst. Nog drieduizend kilometer

naar het zout waar we vandaan komen en sterven. De zee

 

die geen vaste plek heeft maar dobbert als een teil

zonder wanden in de Atlantische Oceaan daar gaan we

 

met onze volgroeiende lichamen tot we opklappen

tegen een wand een sluis gemaal of dijk.

 

De eerste sluizenbouwers maakten palingtunnels. Nu

moeten we hopen op een visser die ons overzet.

 

(En de paling wacht niet.)

 

Wat er vervolgens gemompeld werd

Een vrouw en een kip brengt de pleuris

op een schip meldt de controleur opgewekt.

 

Ik ben welkom aan boord van de sloep

van de visser die de controleur aan het werk zet.

 

Hij schudt gestrande palingen uit fuiken

die de visser plaatste in het polderwater

 

en verzamelt ze in een teil. De palingen slaan

alle kanten op en glibberen over elkaar

 

om letterreeksen te vormen die ik niet kan lezen

tot ze plotseling ophouden met bewegen.

 

Begrijpen ze dat ze niet wegkunnen sparen

ze hun levenskracht? Ze liggen stil

 

langs de rand nog stiller. De teil besprenkeld

met schubben van zilveren visjes die spartelend

 

in het zoete water worden teruggekiept

een sterrenhemel op de bodem van de bak.

 

De controleur aait de wollen poten van een krab.

Wie of wat hij controleert is onbekend.

 

Ik sleur een paling aan haar staart. Niet te hard

knijpen dan glipt ze weg maar stevig genoeg

 

om duizenden gedobberde gezwommen kilometers

een toekomst in te slingeren op zee.

 

Zij maakt dat ze wegkomt. Zwem voor mij

hoor ik mezelf mompelen en zachter

 

voor ons allemaal. Ik zie haar als nieuw

sterrenbeeld aan de hemel staan.
 

(En wacht.)

 

 

 

Afbeeldingen

Cookie-instellingen